0 BEGIN PGM 2145_NL MM 1 ;NC-programma waarin een SL-cyclus 2 ;gedefinieerd is. Het kenmerkende is, 3 ;dat door een Q-parameter kan worden 4 ;geselecteerd welk subprogrammanummer 5 ;als contour moet worden gebruikt. 6 ;Hiervoor definieert u aan het begin van 7 ;het programma een parameter met het nummer 8 ;van het te gebruiken subprogramma, in het 9 ;voorbeeld 11 of 12. In cyclus 14 is dan 10 ;het subprogrammanummer van het eiland en 11 ;het andere subprogramma opgegeven. Dit tweede 12 ;subprogramma bestaat alleen uit een CALL LBL 13 ;met de aan het begin gedefinieerde 14 ;Q-parameter, zodat het geselecteerde 15 ;programma wordt gebruikt. 16 ; 17 BLK FORM 0.1 Z X+200 Y-50 Z-10 18 BLK FORM 0.2 X+300 Y+50 Z+30 19 ; 20 ;Gereedschapsoproep 21 TOOL CALL 4 Z S8000 22 ; 23 L Z+100 R0 F9999 M3 ;Vrijzetten 24 ; 25 FN 0: Q30 =+12 ;KEUZE VAN DE KAMERCONTOUR 26 ; 27 ;Definitie van het contourlabel 28 CYCL DEF 14.0 CONTOUR 29 CYCL DEF 14.1 CONTOURLABEL10 /2 30 ; 31 ;Bewerkingscycli 32 CYCL DEF 20 CONTOURDATA ~ Q1=-34 ;FREESDIEPTE ~ Q2=+1 ;BAANOVERLAPPING ~ Q3=+0 ;OVERMAAT ZIJKANT ~ Q4=+0 ;OVERMAAT DIEPTE ~ Q5=+30 ;COORD. OPPERVLAK ~ Q6=+2 ;VEILIGHEIDSAFSTAND ~ Q7=+5 ;VEILIGE HOOGTE ~ Q8=+0 ;AFRONDINGSRADIUS ~ Q9=+1 ;ROTATIERICHTING 33 CYCL DEF 22 UITRUIMEN ~ Q10=-4 ;DIEPTEVERPLAATSING ~ Q11=+300 ;AANZET DIEPTEVERPL. ~ Q12=+1500 ;AANZET UITRUIMEN ~ Q18=+0 ;VOORRUIMGEREEDSCHAP ~ Q19=+500 ;AANZET PENDELEN ~ Q208=+99999 ;AANZET TERUGTREKKEN ~ Q401=+70 ;AANZETFACTOR ~ Q404=+0 ;NARUIMSTRATEGIE 34 CYCL CALL M3 35 L Z+100 R0 F99999 ;Vrijzetten 36 M30 ;Einde van programma 37 ; 38 ;Subprogramma's 39 ; 40 LBL 2 ;Contour eiland 41 L X+200 Y+26 RL 42 L X+300 Y+36 43 L Y-36 44 L X+200 Y-26 45 L X+200 Y+26 46 LBL 0 47 ; 48 LBL 10 ;Subprogramma selectie kamer 49 CALL LBL Q30 50 LBL 0 51 ; 52 LBL 11 ;Contour kamer 1 53 L X+194 Y-56 RR 54 L Y+46 55 L X+306 56 L Y-46 57 L X+194 58 LBL 0 59 ; 60 LBL 12 ;Contour kamer 2 61 L X+194 Y-56 RR 62 L Y+56 63 L X+306 64 L Y-56 65 L X+194 66 LBL 0 67 END PGM 2145_NL MM